donderdag 13 februari 2014

Veranderen we eigenlijk?

Vitaal veranderen


Blok’s Blog – nr. 1Over veranderen in werk en leven


In deze Blog schrijf ik over mijn verwonderingen, inzichten en ervaringen over de kunst van vitaal veranderen in werk en leven.





Veranderen we eigenlijk?

Ik ontmoette laatst een vriendin uit mijn middelbare schoolperiode. Ze zei: “Jeetje Jeroen, jij bent ook niets veranderd!” Nou erken ik dat ik inderdaad geen facelift heb gehad of andere ingrijpende lichamelijke wijzigingen. Maar onmiskenbaar heb ik er rimpels bij gekregen en ben ik veel mijn haar op mijn hoofd verloren. Ook is er veel gebeurd in al die jaren en ben ik in ieder geval geestelijk gegroeid. Dus is zo’n uitspraak nou wel of geen compliment? Ik ben er nog niet uit. Is het feit dat je niet veranderd bent in de ogen van de ander, een opluchting voor diegene of juist een teleurstelling? Die vraag intrigeert mij, omdat het veel zegt over hoe wij kijken naar veranderingen en hoe wij veranderingen beleven. En niet in de laatste plaats over wat wij verwachten van het leven.

Als je Van Dale erop naslaat dan, is de letterlijke vertaling van veranderen: ‘anders maken, wijzigen of anders worden’. Ik vind dat een prachtige samenvatting, want veranderen heeft een maakbare component in zich (maken en wijzigen) en een ontwikkelende component (worden). Het maakbare is stuurbaar en beïnvloedbaar zou je zeggen. Het ontwikkelende niet, of is op z’n minst minder stuurbaar en beïnvloedbaar. Dus verdelen we veranderingen in twee categorieën: dat wat maakbaar is en dat wat niet maakbaar is.

In de context van organisatieveranderingen is er veel onderzoek gedaan naar succesvolle veranderingen. Interessant is het feit dat blijkt dat 80% van alle veranderingen mislukt! Wat?! Ja 80%! Slechts 20% van de veranderingen slaagt, en let op; 70% van die geslaagde veranderingen kwam ongepland tot stand. Dus zonder bewuste sturing vooraf. Slechts een zeer klein percentage van alle organisatieveranderingen die bewust wordt ingezet, leidt tot een succes. Ik vond dat een shockerende constatering, die toch niet waar kon zijn. Je vraagt je immers af: Waar zijn we dan helemaal mee bezig elke dag?! Waar zijn al die plannen voor nodig, waarvoor al dat denkwerk aan de voorkant, als de kans dat het lukt wat je plant toch minimaal is?

Jaap Boonstra heeft in zijn onderzoek antwoorden gevonden die in dit kader erg nuttig zijn. Hij constateert dat de manier waarop we kijken en omgaan met veranderingen het eigenlijke probleem is. Het kenmerk van de mislukte veranderingen was dat het resultaat niet voldeed aan het doel dat vooraf was beschreven. En misschien nog wel belangrijker; al die veranderaanpakken hadden het kenmerk van een blauwdruk. Dat wil zeggen dat het veranderproces lekker projectmatig was ingezet. Met een projectleider die stuurt op vooraf bepaalde resultaten op vooraf bepaalde momenten. De succesvolle veranderingen daarentegen hadden deze kenmerken niet; geen blauwdruk en ook geen projectmatige aanpak, maar een ontwikkelende aanpak, zonder precies beschreven eindresultaat. Aahhh, is het zo simpel hoor ik u denken? Benoem gewoon geen eindresultaat, dan is alles wat je doet goed! Nee, want de succesvolle veranderingen waren wel degelijk bewust gepland en hadden ook een heel helder einddoel. Die organisaties hanteerde een aanpak die Boonstra ‘pendelen’ heeft genoemd. Pendelen is het bewegen tussen ontwerpen en ontwikkelen. Dat wat je kunt ontwerpen, moet je vooral plannen. Denk aan het ontwerpen van software, het installeren van een IT systeem of het inrichten van flexplekken. Maar dat wat je niet kunt plannen, vraagt om een ontwikkelende aanpak. Denk aan het veranderen van attitude of het beter leren samenwerken in een team. Het zijn vooral de menselijke en gedragsmatige aspecten die niet maakbaar en niet planbaar zijn, en daarom ook vragen om een andere aanpak. Logisch!

Maar als het zo logisch lijkt, hoe komt het dan, dat veel van de veranderingen nog steeds mislukken en dat bestuurders en managers de neiging hebben om op een ontwerpachtige wijze organisatieveranderingen in te zetten? Ik heb daar in de afgelopen jaren mijn eigen beelden over gevormd. Een van de voor mij meest belangrijke inzichten is, is dat wij denken te leven in een maakbare wereld. En in onze dagelijkse praktijk zien, en leren zien, dat deze veronderstelling ook waar is. We hebben een enorme intrinsieke behoefte aan controle, overzicht, grip, verklaringen, begrip en houvast. Daar worden we mee opgevoed en in opgeleid. We leren dat cognitieve kennis meer waard is dan intuïtieve kennis. Mijn dochter zit op dit moment haar Cito toets te maken, en daarin wordt alleen haar cognitieve kennis getoetst. Dat waar we aandacht aan geven, groeit. Dus ook de veronderstelling dat de wereld alleen functioneert als wij daar op een rationele manier sturing aan geven.

Het maakbaarheidsdenken zit zeer diep geworteld in ons handelen. Dat maakt ook dat mensen flippen als die veronderstelde controle opeens niet meer afdoende blijkt. En dan is onze eerste reactie ook nog om meer controle toe te voegen en op zoek te gaan naar de schuldvraag. Disfunctionerende bestuurders bij banken? Meer regels en toezicht! Een minister die de kamer verkeerd informeert? Motie van wantrouwen! Daar waar we de controle verliezen, neemt onze angst het over. Als u hoogtevrees heeft, weet u precies wat ik bedoel. Het idee dat je het niet overleeft als je valt, creëert een angst die ons volledig kan verlammen. Die mate van angst, zul je niet snel tegenkomen in organisaties. Hoewel ik ook weet, op basis van mijn coachingsgesprekken met cliënten, dat die vorm van angst er wel degelijk is en vaak ook onbewust leidt. De angst voor het verliezen van je positie, geloofwaardigheid, je baan, inkomen, huis, kan ons op eenzelfde wijze verlammen als bij hoogtevrees.

De behoefte aan controle maakt dat we geneigd zijn om in controlemechanismen te denken en handelen. Zodra we controle verliezen, bedenken we manieren om weer zo snel mogelijk in controle te komen en zo snel mogelijk weg te komen uit die ongemakkelijke staat van zijn. Met andere woorden, het paradigma is: uit controle zijn, is fout. Dus een organisatieverandering die niet gecontroleerd verloopt, is een drama. Want we willen geen gedoe. En dat vind ik jammer, omdat ik ervaar dat je de essenties vaak vind in het gedoe. Daarmee moet je het gedoe dus niet diskwalificeren, maar juist omarmen. Dat brengt mij bij de kern.

We hebben te leren dat veel veranderingen niet gepland op ons pad komen. En dat we daarmee uitstekend kunnen dealen, zo lang we in staat zijn om onze neiging tot controleren los te laten. Erop te vertrouwen dat het vaak goed komt, ook zonder bewuste sturing vooraf. We hebben te leren dat er manier van werken en vormen ontstaan, die we nog niet hadden bedacht aan de voorkant, maar minstens zo effectief en efficiënt blijken. We hebben te leren dat oplossingen zich aandienen op het juiste moment, als we de weg ervoor vrij maken. En we hebben te leren dat we samen meer weten dan alle wijzen afzonderlijk. Ik pleit er daarom voor om vooral samen betekenis te geven aan het gemeenschappelijke doel en daar gedurende de verandering met regelmaat aandacht aan te besteden. Omdat ik geloof dat mensen heel goed functioneren en uitstekend kunnen bijdragen, als ze ervaren dat de organisatie in staat is om te pendelen. En gedoe ziet als een normaal product van samenwerken en ontwikkelen. Met andere woorden; het proces vraagt minstens zoveel aandacht als de inhoud.

En dat brengt me bij mijn schoolvriendinnetje van vroeger. Ik zei tegen haar: “Dat klopt, ik ben niet echt veranderd, maar wel de manier waarop ik naar veranderingen kijk.”


Jeroen Blok is trainer, coach en facilitator van veranderingsprocessen in organisaties en teams, partner van Helder-ontwikkeling en eigenaar van Jeroen consultancy.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten